... Heel kort door de bocht gezegd, weet je pas hoe het voor een bepaalde situatie is wanneer de rechter daarover een uitspraak heeft gedaan tot in hoogste instantie.
.....
Omdat het een steeds terugkerende vraag is heb ik mij de laatste dagen eens verdiept in die jurisprudentie.
In "hoogste instantie" kon ik bij de Hoge Raad één uitspraak (uit 2004) vinden die over de toepassing van artikelen 139c en 441 Sr gaan.
En wel deze:
http://www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=AM2362Hetgeen hier behandeld wordt sluit denk ik meteen ook aardig aan bij de vraag of je de opgevangen informatie ook mag gebruiken.
Het gaat dan met name om de conclusie van de Advocaat Generaal en wel de punten 2.5 t/m 2.7 van dat advies.
(De Advocaat Generaal geeft in bepaalde zaken ongevraagd advies aan de Hoge Raad. Je zou kunnen zeggen: ze zoeken van alles vooraf uit en geven dat als advies aan de Hoge Raad door)Als punten 2.5 t/m 2.7 schrijft de Advocaat Generaal:
2.5. De stellingen onder a en b veronderstellen dat het afluisteren van het politieradioverkeer wettelijk niet geoorloofd is. Die veronderstelling is niet juist. Radiozenders mogen vrij worden beluisterd. [Eiseres] heeft in dit verband een beroep gedaan op art. 441 Sr. Dit artikel, ingevoerd bij wet van 23 december 1992, Stb. 1993, 33 (Wet computercriminaliteit), verbood niet de ontvangst maar wel bepaald gebruik van uit het radioverkeer opgevangen gegevens. Het artikel luidde toen:
"Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft hij die de inhoud of de strekking van hetgeen door middel van een onder zijn beheer staande of door hem gebruikte radio-elektrische ontvanginrichting is opgevangen en, naar hij redelijkerwijs moet vermoeden, niet voor hem of mede voor hem bestemd is, hetzij aan een ander meedeelt, indien hij redelijkerwijs moet vermoeden, dat dan openlijke bekendmaking van de inhoud of de strekking volgen zal en zodanige bekendmaking volgt, hetzij openlijk bekend maakt, hetzij daarvan aantekening houdt, hetzij op enigerlei wijze gebruikt."(6)
2.6. Bij de inwerkingtreding van de (veeg-)wet van 12 april 1995, Stb. 227, zijn de woorden aan het slot van deze bepaling ("hetzij daarvan aantekening houdt, hetzij op enigerlei wijze gebruikt") komen te vervallen. In de memorie van toelichting wordt hieromtrent opgemerkt:
"De wijziging van artikel 441 in verband met de Wet computercriminaliteit (Stb. 1993, 33) heeft niet bedoelde neveneffecten. De vrijheid om etherverkeer te ontvangen wordt ingeperkt door artikel 139c, tweede lid, onder 1, in welk artikel dit ontvangen wordt verboden wanneer daartoe een bijzondere inspanning is vereist dan wel gebruik is gemaakt van niet-toegestane ontvangstapparatuur. Er is onvoldoende grond om in aanvulling daarop, wanneer wel legaal etherverkeer is opgevangen, het houden van aantekeningen of ander gebruik van de aldus opgevangen informatie te verbieden. De openlijke bekendmaking van deze informatie blijft verboden. Aan de vrijheid om inlichtingen te garen, als bedoeld in artikel 19, tweede lid van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (Trb. 1978, 177), wordt anders meer afbreuk gedaan dan strikt nodig is om de rechten van anderen te beschermen."(7)
Sinds de inwerkingtreding, 14 mei 1995, is het derhalve weer toegestaan gebruik te maken van gegevens die zijn verkregen via het afluisteren van het politieradioverkeer, mits gebruik wordt gemaakt van toegestane ontvangstapparatuur. In dit geding is niet gesteld of gebleken dat [verweerder] gebruik maakt van niet-toegestane ontvangstapparatuur.
2.7. Ook overigens valt niet in te zien waarom het hof aan het afluisteren van het radioverkeer door [verweerder] het door [eiseres] gewenste gevolg zou hebben moeten verbinden. Voor zover het politieradioverkeer de melding van het ongeval omvat, kan [verweerder] uit het bericht hoogstens opmaken dat op een bepaalde plaats een verkeersongeval of andere verkeersstremming heeft plaatsgevonden. Weliswaar kan [verweerder] hieruit begrijpen dat een dergelijk bericht het meldpunt van de stichting IMN activeert en daarmee het door IMN gecontracteerde bergingsbedrijf (in deze rayons: [eiseres]), maar daarmee is niet gezegd dat [verweerder] op een oneerlijke wijze concurrentie voert(

. De argumenten onder a en b gaan om deze reden niet op.
Lees vooral de hele uitspraak om de verbanden te zien.
Het enige dat hier nog onduidelijk blijft is de vraag wat anno 2010 "niet-toegestane ontvangstapparatuur" is.
Er wordt immers gesproken over "beluisteren" en de informatie via de hedendaagse "nullen en enen" kun je niet echt beluisteren noemen.
De gewenste zekerheid krijg je dus nooit, zoals eerder opgemerkt. Vergelijk je het echter met de Belgische situatie (zie
viewtopic.php?f=8&t=19049 waar Asterix900 wat spitwerk heeft verricht) dan kun je denk ik wel vaststellen dat het luisteren naar radioscanners in Nederland geen beperkingen kent.
René van Zon